Menu
Sommige klanten moeten wel drie uur wachten voor ze geholpen worden ... En ze hebben het er graag voor over. Nick Eimers opende de eerste barbershop van Amsterdam in jaren-twintig-stijl.
In het midden van de negen straatjes in Amsterdam opende Nick Eimers met zijn broer HaarBarbaar. Een salon alleen voor mannen, waar je bij binnenkomst niet alleen koffie, maar ook een biertje of een glas whisky wordt aangeboden. “Ook om 11 uur ’s ochtends”, vertelt Nick. “Dat zet de toon voor de heren, en ze vinden het prachtig. Het moet een beleving zijn om bij ons gekapt te worden. Daar komen de mensen ook echt voor terug.”
Eigen salon
Het idee voor een eigen salon begon al bij Nick toen hij voor het eerst de Nederlandse Kappersakademie binnenliep. “Ik zei altijd tegen mezelf: Ik open een eigen zaak. Ik heb veel geluk gehad om deze zaak te kunnen openen, maar ik heb er ook keihard voor gewerkt. Dat is iets wat ik leerde tijdens mijn opleiding: je moet actief zijn. Dat vormt je en daar pluk ik nu de vruchten van.”
Mannenaangelegenheid
Nick volgde zijn opleiding aan de ondernemersopleiding in Rotterdam. Waarom hij nu in Amsterdam is gevestigd? “Mijn broer adviseerde me naar Amsterdam te komen want hier was nog geen barbershop.” Het bleek een goed advies: de zaak loopt storm. Soms moeten klanten wel drie uur wachten.
“Dat betekent dat je verplicht moet onthaasten en dat is zeker voor Amsterdam uniek. Bij ons kan de man ontspannen, kan hij zijn voeten op de bank leggen en zichzelf zijn.'”De zaak is dan ook een mannen-aangelegenheid, vrouwen wordt vriendelijk verzocht buiten te wachten. “De vrouwen snappen het”, ervaart Nick. “Wij bepalen het kapsel en dat bevalt goed. Ze komen vaak terug met een big smile om te vertellen hoe tof ze het resultaat vinden.”
Baard is weer terug
HaarBarbaar kenmerkt zich verder door een jaren-twintig-stijl die tot in de kleinste details is doorgevoerd. “Wij knippen voornamelijk ouderwetse kapsels”, vertelt Nick. En aangezien ook de baard weer helemaal hip is, heeft hij een gat in de markt ontdekt. Hij is van mening: “Er is gewoon heel weinig voor de man. Bij ons kunnen mannen echt weer man worden. Als de klant binnenkomt zeggen wij “Goedemiddag heer” en we trekken een uur voor het kapsel uit.”
Investering kapsalon
In de salon staan stoelen uit 1950, oude kassa’s. Nick: “Alles is authentiek. Ook aan onze eigen kledingstijl is gedacht. We dragen allemaal bretels, een strik, nette schoenen en een ouderwetse kappersjas. Zowel het logo als de prijslijst zijn op het raam geschilderd, niet gestickerd. Ik geloof erin dat het goed komt als je mensen vrij laat en hun gang laat gaan. Zo is ook onze zaak opgebouwd. Het was even een investering, maar je ziet zodra je binnenloopt dat het leeft. De zaak had meteen een ziel.”
