Menu
"Het kappersvak is een vorm van beeldhouwen", omschrijft Henk Maat zijn passie. En hij kan het weten, want met zijn negen 'Maat Kappers' is hij een van de grootste ketens in Rotterdam.
Henk Maat, oud-student NKA en eigenaar van Maat Kappers
“Je kijkt naar een gezichtsvorm en daar pas je het kapsel op aan. Je kan ook best tegen een kapper zeggen dat hij niet goed kan kleuren, maar zeg nooit tegen een kapper dat hij niet goed kan knippen.” Zelf begon hij zijn carrière bij de NKA, waar hij zijn creativiteit combineerde met het ondernemerschap. “Eerst wilde ik de marketingwereld in, al had mijn vader zes kapsalons. Al gauw kwam ik erachter dat ik toch creatiever was dan ik had gedacht. Inmiddels heb ik 54 man personeel rondlopen, maar ik knip zelf ook nog steeds twee dagen in de week.”
Stoer vak
Maat merkt een opvallend verschil op met de tijd dat hij zelf nog student was aan de NKA. “We hadden toen een stuk meer jongens. Je merkt dat het vak tegenwoordig steeds meer de vrouwelijke kant wordt opgeduwd. En dat is jammer, want het is een onwijs stoer vak.” Hoe het aantal jongens zo heeft af kunnen nemen? “Misschien door het feit dat de salons nu één geheel zijn geworden. Destijds koos je alleen voor het heren- of voor het damesvak. Je had ook nog veel herenzaken. Gelukkig zie je dat inmiddels wel weer terugkomen.” Hij zou graag zien dat de NKA hier wat meer aandacht aan zou besteden. “Het herenvak mag vaktechnischer worden, bijvoorbeeld wat betreft opknippen en inzicht. Hier is zeker een rol weggelegd voor de NKA.”
Goede weg
Maat voorspelt: “Ik denk dat kappersscholen steeds praktijkgerichter worden. Ze zullen daarbij een voorbeeld nemen aan de NKA.” Veranderingen voor deze opleiding ziet hij voorlopig niet. “De weg die de academie inslaat, is de goede weg; anders had de NKA ook niet zoveel vestigingen gehad. De controle op de studenten is hier groot en het onderscheid tussen leerlingen en docenten is duidelijk, waardoor de school respect creëert. De kapper van de toekomst is van alle markten thuis. Ik neem mensen niet alleen aan vanwege hun diploma, maar ik let ook op of ze netjes een hand geven, hun mobiel uitzetten en enthousiast en verzorgd overkomen.”
